Persoonlijke verhalen van reizigers (1)

///Persoonlijke verhalen van reizigers (1)

In deze blog heeft een medereizigers zijn persoonlijke ervaringen opgeschreven.

 

Arthur:

Eén ding is zeker, over de jongerenreis raak ik niet uitgeschreven. Tijdens de reis heb o.a. ik bijgedragen aan het verslag van de reis. Soms werd er op een ludieke manier geschreven, om de bijzondere avonturen in het Oostblok te verhalen, maar er zijn ook serieuze ervaringen en indrukken gedeeld. Het schrijven van een weblog is enerzijds iets delen over ons werk en de dingen die in een groep gebeuren, maar wat moeilijker is gebleken om te delen met u is een gevoel of emotie die levend is en gevoeld wordt in de groep. Dit is de beleving en alle gedachten die door je hoofd vliegen tijdens de reis.  Ik wil graag een poging doen om alsnog, nu wij allen thuis zijn, iets te delen van dit gevoel. Door de talloze gesprekken die we voerden met elkaar heb ik veel inzichten opgedaan deze reis. Ik ga een poging doen:

 

Thuis is voor mij alles weer vertrouwd. Je eigen bed, een goede douche en met de fiets rijd ik weer de stukjes tussen Goes en ’s-Gravenpolder die ik kan dromen met mijn ogen dicht. Ja, het is vertrouwd, maar ik ervaar het als vreemd. Eigenlijk zit mijn hoofd nog vol met indrukken en mijn hoofdloopt nog rond in Hongarije. Droomt de weggetjes tussenTiszakerecseny tot aan Tiszaszalka en het modderige voortuintje bij huisje 1. Mijn lichaam doet alles wel weer.. en ik kan ook best genieten van de luxe en de mensen waarvan ik houd, maar er is iets dat mij telkens weer terugvoert naar de reis en het plaatsjes waarin we werkten. Ik denk dat het een bepaalde verbondenheid is met het project, iets dat daar vast doorgaat, maar waar je zelf geen deel meer van uitmaakt. Ik heb geprobeerd om veel van mijzelf, mijn inspanning en motivatie, te geven aan de mensen in Lònya: dagenlang droge handen van het roodband-stuukspul en een shirt dat dan weer wit en dan weer plakkerig aanvoelde. Dit werk stelde ons gelijk aan deze mensen, of zelfs onder hen. Soms dacht ik aan Jezus, die zijn discipelen de voeten waste en het voorbeeld gaf. Om te dienen, te helpen, moet je gelijk worden aan die ander. Het opruimen van een ander’s poep of het schoonmaken van een verwaarloosd gasfornuis bracht die ervaring: ik denk dat dit écht het helpen van een ander is. Niemand daar die iets wist van mij, wat ik studeer, hoe mijn toekomst eruit ziet (weet ik dat zelf wel?) en in welke weelde ik mij elke dag beweeg. Is ook niet nodig om te weten.. genoeg is om hen een stukje van God’s liefde te geven.

 

Op de heenreis sprak ik met Liesbeth, in de Transit. Terwijl Liesbeth met de Transit in z’n 4, kruipend de plooien in het Duitse landschap trotseert vraag ik haar naar deze Liefde. Wat is dan precies wat je laat zien van God’s Liefde, hoe merk je dat en wat moet het uitgangspunt zijn van jouw werk? Liesbeth vertelde over haar ervaringen in Brazilië, en dat hetzoo belangrijk is niet (alleen) in resultaat te denken. Ja, de hulptroepen uit Nederland arriveren zodra; 27 keer 2 handen die kunnen sjouwen, werk kunnen verzetten (die paar extra linkerhanden buiten beschouwing latend). Wat wij gaan doen en bewerkstelligen is slechts een druppel op de gloeiende plaat (die overigens later uit mijn ervaringen voelt als een uitgedoofde, koude ‘plaat’). Wat jij moet doen Arthur, is denken wat Jezus zegt: “Wat je voor een ander doet, dat doe je voor Mij”. Het gaat erom dat je de Liefde van God probeert door te geven en een instrument te zijn, de handen van God. Deze houding en deze motivatie denkt niet in resultaat, want de wereld is niet te redden slechts door mensenhanden. God houdt van zijn kinderen en brengt ons, om Zijn Liefde te delen bij de Hongaarse mensen. 1 mens hoop geven, 1 kind blij maken met een smoetsig knuffeltje – dat is deze Liefde.

 

Op de derde reisavond bespraken we met elkaar de Liefde. Ik pak even mijn bijbel erbij: de Liefde is geduldig, vriendelijk.. zoekt niet naar eigenbelang” (1 Kor 13). Ja, dit is denk ik de Liefde die ik bedoel in de vorige alinea! En vers 13 dan: “En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen, en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden, maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets” – En ook: de Liefde “hoopt alle dingen”. Ja hoop, ook echt zeg maar best wel een dingetje. Ik heb het bij velen gehoord, in gesprekken met elkaar: “Ik zie geen hoop bij deze mensen, geen blik op de toekomst, soms zelfs geen blik op de dag van morgen”. En dan komt bij mij op: het enige dat wij daadwerkelijk kunnen geven is een beetje van God’s Liefde die Hoop geeft voor deze mensen. Want “ik ben er van overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden, met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God” (Rom 8:18,19). Dit is toch het grootste en mooiste wat je kan geven aan deze mensen. Een hoop op nieuw leven, een leven met God!

 

Jasper vertelde mij op een moment, nadat zij een ochtend bij Christie in haar huisje vertoefden, dat de schone badkamer en de witte, reine latexmuurtjes iets hadden veranderd bij Christie. Op de wastafel had zij een zeepje gelegd, zomaar een simpel zeepje tot completering van een badkamer, zoals het hoort te zijn. Dit voelde als waardering, nieuwe zorg voor haar leven – een sprankje hoop dat opbloeit. Ik denk dat géén van ons allen weer terug wil kijken naar hoe het was, deze bende waarin zij leefde.  Ik kan mij voorstellen, ook bij andere huisjes, dat een ruimte zoals je die daar aantreft, kan leiden tot uitzichtloosheid. Eenmaal vies weet niemand meer hoe ‘schoon’ is. Het zeepje in de badkamer is voor mij een metafoor geworden, toch voor een resultaat. Maar niet onsresultaat tot “eigenbelang”, maar de Hoop als resultaat. We hebben bij meerdere huisjes ervaren hoe na een paar dagen iets veranderde in het gedrag en de mentaliteit van de bewoners. Waar een vrouw eerst vol schaamte nog snel ongemerkt wat troep in een hoekje schoof, pakt juist zij nu een bezem op om te laten zien dat het háár huis is en zij er zorg voor wil dragen! Niet dat we met haar konden praten of haar om probeerden te praten om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor haar leven, maar het was slechts het signaal dat wij konden afgeven. Lekker een paar dagen je handen vies maken en de troep van iemand anders opruimen. Het werk leidt vervolgens tot een kamertje, de mooiste van het huis, waarin een nieuwe start gemaakt kan worden. Het is een positieve impuls die je geeft in de hoofden van mensen.

 

En nu ben ik thuis. Maar niet thuis zoals het was, je bent door de jongerenreis op één of andere manier gevormd of extra ontwikkeld door de groep en het werk. Die dag, toen we met een busje de Oekraïne inreden en ik ’s-ochtends op de heuvel van het multifunctioneel gebouw uitkeek over het dorp, de zigeunerkrotjes. Het landschap, de weggetjes, alles heel bekend. Hier ligt een stukje van mij, een geschiedenis en een ervaring. En dit heeft bijgedragen aan wie ik nu ben. Dat is heel bijzonder. Tijdens een reis help je anderen, probeer je iemand’s leven opnieuw vorm te geven. Maar, ondertussen geef je ook je eigen leven vorm. Ook deze reis zit ergens in jou verstopt. Er gaat tijd voorbij en je omarmt het leven hier, maar er zal iets blijven wat jij niet loslaat.

 

Gek eigenlijk. Alsof je geblindoekt met een punaise beweegt over de landkaart en deze plaatst bij een willekeurig dorpje in Hongarije. En naar dat rustige, vergeten dorpje aan de rivier Tisza, gaan nu mijn gedachten uit. Je hart ligt op die plek.
Het moeilijke van een jongerenreis, inmiddels ben ik voor de 4ekeer meegegaan, is het project loslaten. Niemand weet waar of met wie we volgend jaar opnieuw op jongerenreis gaan. Sinds mijn primeur is de reis al 2 keer van project geswitcht. Dat is lastig, je hart ligt bij mensen daar en je herinnering bij een bepaalde plek. Toch mogen wij weten dat het werk doorgaat en wij niet alleen de helpende hand bieden. Dit jaar leggen we het project terug bij Michel&Janet en de vaardige handen van Baptist Aid.

 

Soms is inspiratie op, zoals nu.. Nog iets over dat gevoel dan. Zelf ervaar ik enerzijds een voldoening, want zoals u heeft kunnen lezen is er veel bereikt, maar wat blijft is het gevoel dat er nog meer kan. Dat ik nog meer had kunnen geven van mijzelf, dat ik met nog meer passie de verf van een roller over het plafond uitstreek. Eigenlijk was de wereld daar heel surrealistisch. Je wereld bestaat in je beleving uit drie dorpjes en de bouwmarkt verderop. Heen en weer met de bus, je gaat huisje na huisje langs en vangt kortstondig een blik op van een, voor mij, vreemd leven. Een soort luchtbel waarin je leeft, niet nadenkend over thuis of wat er in de wereld gebeurt. Dan kom je thuis en knapt dit veilige, kleine en eenvoudige wereldje voor je. Daar staat je moeder, en je broertje.. (natuurlijk, wat een fijn weerzien!). Nu is ineens je rol ook anders. Daar was jij de helper, zij de hulpbehoevenden. Maar, wie heeft er nu mijn hulp nodig? En durf ik dan ook de helper te spelen, want hier ligt het allemaal wat complexer. Het is bekend, je vrienden kennen jou van vóór de reis. Kan je nu zomaar langsgaan, stuukgereedschap uit je tas en met wat roodband die lelijke gaten in de muur, die jou eens opvielenbij zijn verjaardag, dichten en iets van God’s Liefde laten zien?

Arthur

Nog geen reacties.

Laat een reactie achter!

Uw emailadres zal niet gepubliceerd worden.