Een volgende dag maken Monika en enkele anderen een wandeling over het zigeunerkamp. Gesprekjes met de vrouwen. Hier leren wij erg veel over wat er leeft in onder de zigeunerbevolking. Zo is er een kleine groep die de kerkdiensten bezoekt. Zij worden bespot door de zigeuners die niet gaan. Op dit moment helpen bij de bouw alleen de mannen die naar de diensten gaan. Hierover spreken we met Marinka Zolya. Haar schoonvader en haar man werken mee omdat ze weten dat het gebouw voor hen is. Zij zijn enorm gemotiveerd. De rest van de mannen zou alleen helpen als zij daarvoor geld ontvangen. Zij lachen de bouwmannen uit. De vrouwen denken dat een tuin bij het multifunctionele gebouw alleen werk zal bieden aan vrouwen die naar de kerk gaan.
Door een van de zigeunervrouwen, Izabella Marinka, worden wij gewezen op een heel schrijnende situatie. Aan de linkerzijde van de pomp staat een klein vervallen huisje. Hier woont Etus Kulcsar met haar 1,5 jaar oude zoontje en dochtertje van 3 jaar. Etus is 23 jaar oud. De kinderen zijn naakt. We ontmoeten ook haar man. Hij werkte steeds bij een boer voor 60 of 70 grivna (zo’n € 6) per dag. Bij het hooien hebben harde gedroogde grasstengels in zijn scheenbeen geprikt en dat is gaan ontsteken. Doordat de hygiënische omstandigheden slechter dan slecht zijn heeft hij weinig weerstand. Zijn been moest geopereerd worden en zit nu flink in het verband. Hij loopt hierdoor nu mank. Omdat de man van Etus niet kan werken, zijn ze nu alleen afhankelijk van de kinderbijslag, 800 grivna (ca. € 70) per maand.
We worden uitgenodigd in het huisje. Het bestaat uit één kamertje. Binnen staat een smallere tweepersoonsbed met vieze lappen en dekens. Verder is er geen meubilair binnen. In de hoek ligt een loopwagentje voor een kind. Er wordt ogenschijnlijk niets mee gedaan. In het huis is verder niets te zien van huisraad zoals potten en pannen. Er staat zelfs geen kachel. Op de grond liggen gebruikte lucifers en sigarettenpeuken. In de muur zitten allemaal muizenholletjes en grotere rattenholen. Bij de grond zijn er meer gaten ontstaan. Het licht schijnt erdoor naar binnen. Nog een paar regenbuien en het hele boeltje stort in elkaar. De buurman klaagt erover dat de ratten gewoon door het hutje lopen. Het is één grote miserabele ellende die eigenlijk niet te beschrijven is.
Etus Kulcsar zit buiten tegen de boom aan met haar zoontje op de arm en haar dochtertje naast haar. We proberen met haar in gesprek te komen. Ze is hier niet geboren. Omdat haar man nu niet werkt eet ze vandaag alleen gekookte rijst. Ze heeft wel een pan, ook al zien wij die 6
niet. Ze kookt op een vuurtje voor de hut. De pan kan op twee stenen staan. Verder heeft ze niets en ze doet er ook niets meer voor. Ze is apathisch over de toestand. De kinderbescherming heeft al gedreigd dat de kinderen worden weggehaald.
Dan komt Roza Farkas een al wat ouder vrouw, aanlopen. Vanuit haar huisje loopt de stroomkabel naar de bouwplaats. Zij is diabetespatiënt. Ze leeft van een klein pensioentje. Ze hoopt dat ze een jurk zal krijgen van ons omdat ze helpt met de stroom. De kosten voor de stroom zullen sowieso vergoed worden. We zullen op zoek gaan naar een jurk maatje 44.
We komen bij het huisje van Sandor. Deze man is 36 jaar oud. Hij heeft 11 kinderen. De jongste telg is 5 maanden oud en ligt halfnaakt op een bed met wat vochtplekken onder zich. Hij of zij drinkt uit een flesje melk. Sandor maakt bezems die hij verkoopt. Sandor is ondervoed. Hij valt zo nu en dan om omdat hij een lage bloeddruk heeft doordat hij te weinig eet. Zijn zoon van 16 jaar is naar Rusland gegaan om geld te verdienen maar is daar bedrogen. Hij krijgt al maanden geen loon en kan nu niet naar huis komen. We vragen of we foto’s mogen maken. Sandor knikt gelaten. Er zijn al zoveel mensen geweest die foto’s wilden maken. Er was zelfs al eens een filmploeg uit Korea. Iedereen heeft gezegd dat ze wilden helpen maar tot nu toe gebeurt er niks. We vertellen dat wij bezig zijn om een school te bouwen voor zijn kinderen. Sandor kijkt wat voor zich uit. Drie kleine kinderen staan tegen hem aan en zijn bang voor de camera. Sandor heeft vandaag komkommers gekregen van een vriend. Die zullen ze vandaag eten.
Bij de mensen die buiten staan te wachten is een vrouw genaamd Maria Farkas. We moeten mee naar haar huisje. Binnengekomen trekt ze een doek aan de kant. Daarachter zit niet afgewerkte muur van leem. Ze zegt: ‘kijk eens hoe goed mijn huisje is!’ Binnen is het erg donker. Er staat een bedbank en een kastje met foto’s. Ze wil graag de foto’s laten zien van haar drie kinderen en kleinkind. In mei 2011 is haar man gestorven. Ze is nu erg eenzaam. In de buurt denken ze dat ze gek is en daarom is ze bang. Maria vertelt dat ze hartklachten heeft en er zit ook iets in haar hoofd dat niet goed is. Dan komt er een kind aanlopen met een baby op de arm. Dit is haar dochter van 15 jaar. Zij is nu al moeder. We vragen Maria wat ze vanavond eet. Het antwoord is onthutsend. Ze weet niet wat ze vanavond moet eten, ze heeft niets in huis.
De vrouwen vertellen dat ze graag zouden willen werken. Maar er is geen werk. In dit jaargetijde kunnen ze wat verdienen met paddenstoelen zoeken. Ze starten dan ’s morgens om 5 uur. Om 9 uur zijn de emmers vol. Dan ruilen ze de paddenstoelen voor een fles karnemelkachtige kwark, waarmee ze de kinderen kunnen voeden. Een enkele zigeunerman heeft een paspoort en kan naar Hongarije om te werken. Dat is dan ook gelijk te zien aan hun mooiere huisje. De vrouwen plukken wel fruit van een oude verwilderde boomgaard. Niet ongevaarlijk, want het wemelt er van de slangen. Ze zijn dan ook doodsbang. Ze zouden wel graag zelf een boomgaard willen onderhouden. Maar dan moet er wel een hek omheen, 7
want door diefstal ben je zo van je fruit af. De tuin achter het nieuwe gebouw zou wel geschikt kunnen zijn. Het fruit zouden ze dan kunnen verkopen en de opbrengst verdelen onder alle medewerkers in de tuin. Dat moet dan wel eerlijk gecoördineerd worden. Misschien zou Ferenc hier een rol in kunnen spelen?
De andere grond rond het zigeunerdorp is niet erg vruchtbaar of eigendom van boeren. Om er wat mee te kunnen doen moet het eerst bewerkt en bemest worden. De vrouwen hebben echter geen gereedschap, geen zaad en geen mest. De mannen werkten vroeger veel in de steenfabriek, toen nog een staatsbedrijf. Door het slechte en verouderde machinepark zijn er erg veel storingen in de productie. Hierdoor worden er thans nauwelijks nog stenen verkocht. Doordat veel gezinnen permanent ondervoed zijn, zijn de mannen ook veel kwetsbaarder geworden, waardoor er erg veel ziekte is.
ads cars classifieds free classifieds online classifieds free online classifieds For Sale Garage Sale Animals
Nog geen reacties.