Zaterdag is onze vrije dag. Even geen kwasten en schuurpapier, websites of kinderen. Er wordt niet uitgeslapen. Integendeel, zaterdagmorgen is het heel erg vroeg wanneer de wekker afloopt. Om kwart over zeven zitten we aan het ontbijt omdat we op tijd op onze afspraak willen zijn. Om acht uur zullen wij vertrekken wij immers vanuit het dorp Varghas met de paardenkar naar de grotten.
Zoals het een goede Roemeen betaamt komt de koetsier een half uur te laat. Maar dit gaf eigenlijk niet al te veel, dit omdat wij ook nog een laatkomer hadden. Reinder was na het ontbijt snel de wc gaan opzoeken om nog een laaste boodschap achter te laten. Maar dit heeft niemand in de gaten gehad, want in Varghas krijgen we en telefoontje van Reinder of we hem nog konden ophalen.
We hadden hem dus in de vroege ochtend laten staan. Gelukkig heeft meneer Koning nog een ritje gereden zodat iedereen weer compleet was.
Twee boerenkarren worden met een aantal ruwe planken omgebouwd tot een boerenbus met een echte 1 of 2 pk- aandrijving. Bij het reisgezelschap bevinden zich ook Henk en Gerdine Scherrenburg. Het rijden op een boerenkar is een bijzondere ervaring. De meeste vering van de kar zit in de luchtbanden. De weg zit vol met gaten en plassen dus anderhalf uur hobbelen is een heel eind. De route voert ons door een mooi dal waarbij we steeds wat hoger komen. De paarden zweten en dampen en produceren een echte plattelandslucht.
Op het eindpunt van de hobbelrit bevindt zich een mooi houten huisje waar we hartelijk worden ontvangen door een aardige meneer, mevrouw en dochter en de huisarts van het dorpje Varghas. De paarden worden uitgespannen en aan de kar gebonden. De boer annex koetsier pakt zijn zeis en maait het lange gras als voer voor de paarden. Verder zien we grote zakken met uien, aardappelen, paprika’s, tomaten, een pan vlees en zo meer.
Na een kop koffie arriveren een drietal gidsen die ons zullen brengen naar een grottencomplex in de buurt. De wandeling voert ons langs een beekje, over boomstambruggetjes en een paar ladders naar de ingang van de grot. De gidsen vertellen over de inval van de Tartaren en hoe de grotten als schuilplaats konden dienen.
Met zaklampen aan lopen we de grot in. Het pad wordt al snel slechter en glibberig. De gidsen hebben een carbidlamp op hun helm en wijzen de weg. Vooral voor de jongste deelnemers is de tocht een hachelijke onderneming waarbij we soms tot onze enkels wegzakken in de vleermuizenpoep en modder. De terugtocht gaat wat sneller en de meeste deelnemers zijn blij wanneer we terug zijn in het dalhuisje.
Het is inmiddels twee uur geweest. Het ontbijt is allang vergeten. De gastheer en –vrouw hebben inmiddels twee enorme ketels met goulash gemaakt en de tafel gedekt. We gaan op de veranda aan de tafel. De goulash smaakt zoals het hoort. De twee voermannen zijn grootverbruikers van de palinka en bier en ontstaat enige bezorgdheid over hun stuurbekwaamheid op de terugreis. Na het eten is er tijd voor een siësta. Buiten in het gras of op de zolder van het dalhuisje kan er worden geslapen. De voerman heeft de paardenkar gevuld met vers gemaaid gras voor de paarden en gaat zelf in zijn kar op het gemaaide gras liggen slapen.
Het was een drukke week met vrij korte nachten. De meesten zijn het lichamelijke werk niet zo gewend dus een extra dutje kan geen kwaad. Ondertussen is de gastvrouw bezig om alweer een maaltijd te bereiden. De planning voor de avondmaaltijd is half zeven. Niemand is verbaast wanneer een uurtje later dan gepland ook metterdaad aan tafel kunnen.
Boven een houtvuur wordt een grote ijzeren schaal op drie poten gezet en volgegoten met olie. In deze olie worden varkenslapjes gebraden. Na de varkenslapjes en karbonades wordt op dezelfde manier een wasteiltje met aardappelreepjes gebakken tot een soort friet. Ondertussen liggen boven een houtskoolvuurtje de micsi’s te bakken. Een micsi is een gehaktworstje die in deze streek erg populair zijn. Afgelopen woensdag stond er op de weekmarkt een kraampje waar deze worstjes werden gebakken en verkocht. De huisarts van Varghas heeft nog wat zelfgebrouwen wijn en palinka geopend. Alles bij elkaar is het een ontspannen en gezellige maaltijd.
Het is al schemerig wanneer de paarden worden ingespannen voor de terugreis. De voerman heeft nog een reservefles met drank meegenomen en lest zijn grote dorst. We zingen over Zeeland, de klokken van Arnemuiden en het potje met vet. Het is donker wanneer we Varghas binnenrijden.
Heel leuk, zo’n paardenkartocht. Het laatste stukje rijden we in onze bus en ontdekken hoe comfortabel dat is. Thuisgekomen ontmoeten we Anne en Joop die de afgelopen nacht in Baraolt zijn aangekomen. Na een stukje meloen of een peuk wandelen we richting de school waar we slapen. Sommigen van de groep waren nog niet aan slapen toe, want er werd nog doorgebabbeld in de pub samen met een aantal Ieren (dames wel te verstaan) Het was een mooie dag.
Nog geen reacties.